Zij was de jongste van zeven, net 8 jaar oud.
Onderaan het rijtje staan …
…was niet haar plek, ze voelde zich overbodig, niet gezien, niet gehoord. Ze had geen eigen plek aan tafel, wie klaar was met eten stond op en dan mocht zij er gaan zitten. Ze was zachtaardig van character, al die herrie en het geschreeuw om haar heen, de wedstrijden om niets, de grappen die ze niet snapte maakten dat ze zich een vreemdeling voelde.
Haar bedje stond in een kamer die ze met 3 zusjes moest delen. Meestal was het reuze gezellig om samen te gaan slapen, nog iets voorgelezen te krijgen of een verhaaltje te horen. Haar ouders hadden daar nooit de tijd voor, dat deden de zussen onderling. Ze had zo’n verlangen om ook eens alleen met mama iets te doen maar dat had ze nog nooit mee gemaakt. Ze kreeg de kleren die te klein waren geworden van haar oudere zussen, nog nooit had ze iets nieuws gehad voor zichzelf. Toen ze nog heel klein was, wist ze niet beter. Maar nu was alles anders.
Op een dag…
…kwam ze een nieuw meisje tegen op school. Hannah en zij hadden gelijk een klik en ze trokken vanaf die dag als een tweeling met elkaar op. Ze waren onafscheidelijk, ze deelden alle geheimen, ze spraken af om samen te spelen na de middag en ze trokken samen erop uit met de hond, urenlang door de weilanden te wandelen en de wereld te ontdekken. Hannah had maar een broertje en ze had haar eigen kamer. Ze aten altijd met zijn vieren aan tafel, ze deelden met elkaar wat er allemaal overdag was gebeurt en soms moesten ze enorm lachen over de domme dingen van het leven. Het meisje mocht altijd mee eten en bleef vaak logeren, ze genoot ervan om hier welkom te zijn. Zij mocht soms ook mee om een weekendje weg te gaan met Hannah en haar gezin, en steeds meer voelde ze zich hier thuis. Ze hoorde erbij en Hannah hield van haar omdat ze altijd graag een zusje had willen hebben. Lachend en joelend dansten die twee samen door het leven, en iedereen die het zag moest glimlachen van het geluk dat ze samen uitstraalden.
Opeens werd alles anders…
Op een dag kreeg Hannah’s vader te horen dat hij elders moest gaan werken. Ver weg. Hoe ver, dat wisten de meiden niet, maar heel snel werd helder dat Hannah en haar gezin moesten gaan verhuizen. Weg uit het leven van het meisje. Onbereikbaar voor altijd. Niets zou meer zijn als vroeger, nooit meer samen zijn, nooit meer genieten van de plek aan tafel, van de rust, de aandacht, de liefde die ze mocht ervaren. terug naar de plek waar ze maar een onzichtbaar onderdeel van… was. De meiden konden het zich niet voorstellen om ooit zonder elkaar te zijn, ze waren twin-souls geworden, onafscheidelijk, onvolledig zonder de ander.
En zo hadden ze bedacht dat zij voorgoed samen zouden blijven. Ja, ze hadden een plan hoe het meisje geadopteerd zou kunnen worden, samen naar een nieuwe stad, samen naar een nieuwe school, samen in een nieuw huis met ieder haar eigen kamer. Ze hadden tot in detail alles uitgedacht en gepland, tot aan de kleur van het behang in haar nieuwe kamer toe. Toen kwam het grote moment dat de twee hun plan wilden delen met de ouders van Hannah. ’s avonds na het eten, enkele dagen voor de verhuizing, barstten ze los en vol enthousiasme, overstromend van geluk!
Hannah’s vader zei: “Natuurlijk ga je mee!”
Het meisje liep naar huis, vol geluk, lachend en zingend omdat haar leven heel anders ging worden nu. Ze vertelde heel even aan haar ouders dat ze nu ging verhuizen en liep naar haar kamer om het rode koffertje te pakken. Ze stopte er alleen maar in wat van haar was, wat ze nooit wilde missen, wat ze bij het slapengaan vast wilde hebben. Een paar kleertjes, knuffels, haar schoolspullen en een boekje. Het rode koffertje was gauw gevuld en ze was er klaar voor. Morgen ochtend, zo hadden de meiden bedacht, zou ze op de afgesproken plek staan. Heel vroeg al. Zodat ze in kon stappen in de verhuiswagen die haar mee zou nemen naar het leven dat zij voor zichzelf voor ogen had.
Ze was er op tijd. Iets te vroeg zelfs. Maar de verhuiswagen kwam niet. Hij kwam ook iets later iet. Om eerlijk te zijn, hij kwam nooit. De twee prinsesjes van het leven zouden elkaar nooit meer zien, het was een tijdperk waar er nog geen internet was en geen mobiele telefoons. En zo liep ze weer terug naar huis, verdrietig, huilend, verscheurd, doormidden. Wachtend. Haar leven lang wachtend op iets of iemand die haar zou redden.
The Moment We Take responsibility For Our Choices, Everything Changes
De meesten van ons hebben nog ergens zo’n meisje in zich. Of zo’n jongetje. Laten we het omarmen, vasthouden, troosten en een belofte doen: Toen ben je in de steek gelaten. Maar nu ben ik er en ik beloof je: Samen gaan we er komen! We horen bij elkaar en ik heb je nodig, je moet me helpen met je vrolijkheid, je dromen en je lach.
Herken jij het meisje of het jongetje in jezelf?
Ik wel, want ik was Hannah…
Op Jouw Succes…